Ja hoor, daar ging ze weer. Het antwoord is nee en dat is ook oké.
Nou blijkbaar niet. Want het meisje gooide zich met een dreun op de grond en begon keihard te gillen. Hysterisch hard. De moeder keek verschrikt om haar heen. Mensen keken op. En ze liep steeds roder aan.
Paniek in haar ogen. Niet hier, alsjeblieft stop met dat krijsen.
Maar ja, een kind is ondoorgrondelijk. Het meisje leek zich weinig aan te trekken van de hele situatie. Die had duidelijk geen last van een schuldgevoel. Ze had maar één doel. Ik schat dat ze zo’n jaar of drie, misschien vier was. En ze wist goed hoe ze haar moeder moest bespelen. Een moeder die uit alle macht bezig was haar dochter stil te krijgen.
Het zag eruit dat dit meisje thuis vaak haar zin kreeg. Maar nu even niet. En dat viel niet helemaal goed bij het kleine prinsesje. Met een heel theater tot gevolg. Een moeder die wanhopig met het schaamrood op haar kaken haar kind van de grond probeert te plukken. En hoe harder ze dat probeert, des te meer weerstand ze krijgt.
De enige manier om haar dochter stil te krijgen is toegeven. En ik zie het gebeuren, dat gaat niet lang meer duren.
Dit hele tafereel vond plaats in de supermarkt en dat meisje had haar zinnen gezet op een zak snoep. Van die felle, chemische kleurtjes die haar verliefd aankeken vanuit die zak. Tja, je kunt dat kind het niet kwalijk nemen. Dat ziet er natuurlijk fantastisch uit.
En met rede haar moeder overtuigen dat die zak snoep kopen echt een goed idee is, is nog niet aan de orde op die leeftijd. Dus ze gebruikt een andere strategie. Namelijk: werp je op de grond en maak een scene. Gegarandeerd succes.
Inderdaad, moeder pakt die zak en gooit het met een nijdig gebaar in haar karretje. Ze kijkt verontschuldigend om zich heen. Ze lijkt te willen zeggen: “normaal krijgt ze dit niet, maar nu voor jullie zal ik maar toegeven, dan is het weer stil.”
Deze moeder lijkt helemaal klem te zitten tussen wat de buitenwereld van haar vindt. Ze wil laten zien dat ze een verantwoorde moeder is die heel verantwoord omgaat met voeding. Maar ze wil ook niet overkomen als een moeder die haar kind niet onder controle heeft. Wat een toestand wordt dat dan.
De rust keerde weer terug en het kind veranderde in een fractie van seconde van een dollende draak naar een vrolijk, lachend schatje dat de harten van vele mensen zou stelen. Precies dat dus doet ze ook bij haar moeder.
Kinderen zijn de wereld. Ze zijn nog lekker onbevangen. Zorgeloos en het leven is één grote speeltuin. Alles lijkt te kunnen. Grenzen kennen ze nog niet en gevaar zien ze al helemaal niet.
Dat is ook wel logisch, want hun prefrontale cortex is nog niet genoeg ontwikkeld om het te kunnen overzien. Heel prettig want daarmee kunnen ze zonder probleem de wereld ontdekken.
En ja, dan wordt zo’n zak met felgekleurde snoepjes natuurlijk een doel op zich. Die moet je hebben. Dat kan je niet laten liggen.
Het zal je misschien niet verbazen dat het gedrag van dat kleine meisje dat ik hierboven beschrijf, nog steeds gaande is bij de grotere versie van een klein kind.
Jawel, de volwassen variant zeg maar.
En nee, ik heb nog nooit een volwassen man of vrouw gillend met beukende vuisten op de grond in de supermarkt zien liggen omdat ie geen snoepje kreeg.
Natuurlijk niet, want je geeft gewoon gelijk toe aan die gril. Jij bent namelijk nu zelf degene die bepaalt of je het koopt.
Maar ergens op onbewust niveau schuilt nog steeds dat kleine kind. Die loopt te drammen. Ik wil het, ik wil het, ik wil het…
Ga daar dan met je bewuste maar eens nee tegen zeggen. Dat kan wel. Dan heb je wilskracht nodig. Maar dat is eigenlijk alleen maar bewuste aandacht en dat ga je nooit lang volhouden. Dus je geeft toe en voor je het weet ligt je karretje vol met spul dat je eigenlijk helemaal niet mee wilde nemen.
Net als dat die zak gifbommetjes die met dat kleine meisje mee naar huis ging. Ze had haar zin. En zo heeft de volwassen variant ook haar zin gekregen.
Het mechanisme is eigenlijk gewoon hetzelfde. Het ziet er net even anders uit. Het kleine meisje wil iets, maar voelt zich onmachtig. Ze is afhankelijk van haar moeder. Dat leidt tot een woede aanval.
Jij bepaalt zelf wat je koopt. Tenminste dat denk je. Dus je pakt het. Maar eigenlijk is het een onbewust, automatisch gestuurd proces. Je wilt het niet en toch doe je het. Nee, natuurlijk ga je in de buitenwereld geen stennis lopen schoppen omdat je in gevecht ligt met jezelf.
Nee, je hebt dat gillen, schreeuwen en krijsen omgevormd naar emoties als schuldgevoel, onbehaaglijke onrust voelen en alles wat jij maar ervaart als je weer eens tegen je eigen zin in toch met teveel zoetigheid en snacks thuiskomt.
Misschien wordt het tijd om dat kleine kind in jou te temmen. Dat het gaat begrijpen dat die behoefte aan zoetigheid en tussendoortjes niet nodig is. Dat het zelfs je immuunsysteem verzwakt en je gezondheid ondermijnt.
Inmiddels is de prefrontale cortex helemaal op orde. Die kan het wel overzien. Dat kleine kind in jou overziet dat nog niet dus die gaat door en stuurt je regelrecht een route in die je niet wilt bewandelen.
Je kunt het stoppen. Een nieuwe route kiezen. Zodat jij vanaf nu in de supermarkt rustig al die ongezonde rommel voorbij loopt en geen enkele struggle meer voert om het niet mee te nemen. Je kiest gewoon voor wat goed is voor jou. Hoe zou dat voor je zijn?