Hij steekt zijn hand in zo’n oranje, smoezelige en gedeukte afvalcontainer. Aan zijn groezelige en rafelige kleding te zien, is dit niet zijn eerste dag als zwerver. Maar toch, dit soort taferelen blijven apart om te zien.
Eens even kijken wat er vandaag weer te eten valt. Wat zou er in zijn hoofd omgaan? Misschien maakt het hem al niets meer uit. Hij weet waarschijnlijk al niet meer beter.
Hij grijpt wat ondefinieerbaars uit de bak en zet het aan zijn lippen. Hongerig als hij is, maakt het hem blijkbaar niet uit dat dit gewoon afval is. En misschien zelfs wel bedorven of vol met zaken die ik hier liever niet ga beschrijven.
Gatverpielekes, het idee alleen al. Tenminste ik voel toch behoorlijke afkeer als ik een dergelijk tafereel zie. Hoe kan het zover komen? Dat je aangewezen bent op de resten van andermans eten.
En dat je van vuilnisbak naar vuilnisbak gaat in de hoop dat daar wat eetbaars te vinden is. Ik vind het schokkend en moeilijk voor te stellen. En voel compassie met die persoon die daar staat.
Het is een mens die blijkbaar ergens in zijn leven een bepaalde keuze heeft gemaakt, die op een later moment niet zo heel handig heeft uitgepakt.
Is het daardoor een slecht mens? Nee, in z’n geheel niet. Maar zo wordt er wel vaak naar gekeken. Omdat ieder mens zijn eigen ideaal heeft gecreëerd. En een leven als zwerver past bij de meeste van ons niet in het ideaal plaatje.
Dat betekent dat die zwerver mag rekenen op veel afkeuring. En veel mensen hebben hun oordeel klaar. Want het zal wel zijn eigen schuld zijn. Dat hij nu aangewezen is op de vuilnisbak. Dat hij geen schone kleren heeft en dat hij op straat slaapt. Het zal wel zo’n verslaafde zijn. Vind je het gek, dat je dan zo eindigt.
Ja hoor, ik heb dat ooit in het verleden ook wel gedacht. Maar nu niet meer. Ik ben nu nieuwsgierig hoe het zo is gekomen. Wat heeft deze persoon meegemaakt waardoor hij in deze situatie terecht is gekomen. En zichzelf zo weinig waard vindt dat hij dit ogenschijnlijk accepteert en genoegen neemt met scharrelen in die smoezelige, oranje vuilnisbakken.
Die bakken die jij en ik waarschijnlijk nog niet eens aan willen raken, laat staan dat je je hand erin steekt.
Maar ja, zoals het met alles is. Dingen worden heel snel vanzelfsprekend. En dat is meteen ook weer te verklaren. Want zodra je gedwongen wordt in een situatie die onwenselijk is, ga je direct op zoek naar argumenten waarom het allemaal wel oké is om het zo te doen.
En in dat verhaal dat je jezelf verteld, ga je nog sneller geloven. Want anders blijf je de pijn voelen van de onwenselijke situatie. Nee, dan maar liever een plausibel verhaal bedenken waardoor het allemaal minder onwenselijk is. En vaak ontstaat er een verhaal waardoor het zelfs ineens een goed idee is geworden om te doen.
Dat klinkt misschien heel raar, maar zelfs een zwerver die afhankelijk is van de vuilnisbak en een brug, kan zichzelf vertellen dat dit een geweldig leven is om te leiden. Wil niet zeggen dat hij dat doet. Maar hij zou zichzelf kunnen vertellen dat hij tenminste niets kan kwijtraken. Hij heeft toch al niets. Altijd in de buitenlucht is beter dan in zo’n warmgestookte, ongeventileerde ruimte bivakkeren. Of hij vertelt zichzelf dat hij tenminste in staat is om in barre omstandigheden te overleven. Dat is ook een knappe prestatie.
Hoe dan ook, zijn wij mensen in staat om onszelf verhalen te vertellen waarom de dingen die we doen een goed idee zijn.
En zo wordt het een waarheid voor jezelf waar je zo vast in gelooft dat je het met hand en kies gaat verdedigen. Want jij weet echt wel hoe het zit en die ander heeft per definitie ongelijk, want die snapt het niet. Tenminste als die een afwijkende mening heeft.
Daarom groeperen we ons vaak met mensen met dezelfde mening. Dan krijgen we ons verhaal bevestigd en dat voelt goed. Ieder die anders denkt, hoort niet bij de groep. Zo ontstaan er conflicten omdat er dan een sfeertje van overtuigen ontstaat. Zo van, jij moet vinden wat ik vind, anders hoor je er niet bij.
En ieder mens heeft een behoefte om ergens bij te horen dus degene die het ’t meest belangrijk vindt om erbij te horen, die zal zwichten en voor zichzelf argumenten vinden waarom het wel een goed idee is om het verhaal van de groep te omarmen.
Dit komt dan vaak neer op jezelf verliezen ten gunste van erbij horen. Dat is hard werken omdat het onbewust indruist tegen je principes en daar kan je vroeg of laat last van krijgen. Daar kan ik ook eindeloos over vertellen, maar ga ik nu effe niet doen.
Zo zijn er ook veel mensen die vinden dat iedereen gewoon zelf in staat is om op bewust niveau de verandering te maken van ongezond eten naar een gezonde leefstijl. Zij vinden dat de mensen die dat niet doen, het nog niet echt willen. Want als ze het wel echt zouden willen, dan lukt het wel. Dan zouden ze wel blijvend afvallen en nooit meer snoepen en snacken. Want je weet toch dat het niet goed is, dus als je er echt mee wilt stoppen dan doe je het wel.
Voor de duidelijkheid, dit is niet mijn mening. Want ik geloof namelijk dat je hele goede redenen hebt om het te doen. Alleen zijn die redenen op onbewust niveau wel duidelijk, maar niet op bewust niveau. En dan kun je het op bewust niveau wel begrijpen dat het niet zo’n goed idee is. Maar je onbewuste is als die groep waar je bij wilt horen. Die maakt de dienst uit. En jouw bewuste volgt en voert uit.
En zo is het dus ongelooflijk lastig om het zelf wel even te stoppen, al dat gesnoep en gesnack. Ik beweer niet dat het niet kan, maar vaak is dit wel een lange, moeizame weg terwijl het gewoon heel eenvoudig en makkelijk kan. Om dat onbewuste te laten begrijpen dat gezond echt een betere keuze is.
Als ik dan toevallig een manier weet waarmee dat makkelijk kan, dan informeer ik jou over die mogelijkheid. En dan kan je zelf besluiten of het past binnen jouw verhaal.
En als je het afwijst, dan ga ik je niet overtuigen, want dan is dit nog niet het moment. Maar als je iets voelt dat er misschien toch een waarheid schuilt in wat ik zeg, dan zou dit zomaar het moment kunnen zijn, dat jij jezelf een ander verhaal wilt gaan vertellen.